Description
Summary:Bemerkungen: [] = Absatzmarken im Volltext des Originals; "Doorbraak" steht für die katholische und in geringeren Maß auch für die evangelischen Niederländer, die sich vor 1940 aber besonders nach 1945 enschieden, die Partij van de Arbeid zu wählen. Es ist ein typischer Begriff aus den fünfziger Jahren. PERSPECTIEF [] Een woord tot de jonge protestants-christelijke kiezers [] PROTESTANTS CHRISTELIJKE WERKGEMEENSCHAP []IN DE PARTIJ VAN DE ARBEID []Baarnseweg 36, Den Dolder [] Biedt de huidige politieke situatie in Nederland nog enig perspectief? Een perspectief dat de jonge kiezers vermag te boeien? Deze vraag meen ik stellig met ja te moeten beantwoorden en in het hierna volgende zal ik dit antwoord met klem van redenen motiveren. [] WAAROM GAAT HET? [] Waarom gaat het eigenlijk in "de politiek? Waartoe dient al de moeite en al het werk door de politieke partijen gedaan om de mensen van hun doel en streven op de hoogte te brengen? [] Simpel gezegd gaat het er om, dat alle besturende en wetgevende lichamen (gemeenteraad, Provinciale Staten, Staten Generaal) samengesteld worden; zódanig dat zij hun besturende taak in het belang van de gehele gemeenschap kunnen uitoefenen. En dat zal alleen mogelijk zijn als de verschillende stromingen in de bevolking in die lichamen vertegenwoordigd zijn. Die stromingen hebben vorm gekregen in de politieke partijen. Deze stellen hun kandidaten, waarop de kiezers dan hun stem kunnen uitbrengen. Dit is democratie: het gehele volk is bij de samenstelling der bestuursorganen betrokken en kan daarop zijn invloed uitoefenen. De wijze waarop in ons land geregeerd zal worden, wordt door de kiezers bepaald. Ook door jou, jonge protestants-christelijke kiezer. Op wie zal jij je stem uitbrengen? [] WELKE KEUZE IS ER? [] De traditie wil, dat de protestants-christen zijn stem uitbrengt op een van de protestants-christelijke partijen. Dat zijn dan, om de belangrijkste maar te noemen, de Anti-Revolutionaire Partij (A.R.) en de Christelijk Historische Unie (C.H.U.). Deze partijen hebben in het verleden ongetwijfeld een belangrijke taak vervuld; aan hun verdiensten wil ik niets tekort doen. Maar toch is in mij de overtuiging gegroeid, dat deze partijen voor het heden niet het antwoord geven, niet de visie hebben die nodig is in de gecompliceerde maatschappij van vandaag. Ik heb de indruk dat deze partijen op het verleden teren en a.h.w. ingeslapen zijn. Waren zij bij hun ontstaan strijdbaar en schudden zij de bevolking wakker, nu zijn zij in de behoudende hoek terecht gekomen en wordt er bijna geen enkel initiatief genomen. Men loopt achter de omstandighedeii aan, i.p.v. de omstandigheden te maken en vormen naar eigen inzicht en verantwoordelijkheidsbesef. [] Ook de weinig principiële houding van de A.R. en C.H.U.-politici, aangenomen bij de debatten in de Tweede Kamer over het Mandement van de R.K. bisschoppen, heeft bij velen bittere teleurstelling gewekt. Onderkent het reformatorische christendom de gevaren van het politieke katholicisme in het streven naar macht niet en heeft het zijn protestants karakter verloren? [] Indien niét op de A.R. of C.H.U., waarop brengt de protestants christen zijn stem dan wèl uit? De overige protestantse partijen (Staatsk. Geref. Partij, Prot. Unie, Geref. Politiek Verbond en Chr. Volkspartij) zijn òf zo klein, òf zo speciaal gericht, dat ze hier buiten beschouwing gelaten kunnen worden. Ja, waarop breng je je stem dan wèl uit? Er is nog een mogelijkheid; laten we die eens bezien. [] EEN GEHEEL NIEUWE PARTIJ! [] <NZ>In 1946 werd door mensen van verschillende levens- en wereldbeschouwing, maar bezield door hetzelfde politieke ideaal, een partij van een voor Nederland geheel nieuwe constellatie opgericht. Een partij die haar leden niet alleen uit alle lagen van de bevolking betrekt, maar ook uit alle geestelijke groeperingen. De protestantse groep maakt daarvan een belangrijk deel uit. [] Deze partij is de Partij van de Arbeid. Aan haar wieg stonden als protestanten o.a. prof. mr. P. Lieftinck, mr. G. E. van Walsum, C. Kleywegt, mr. J. P. Hogerzeil, dr. C. Patijn, mr. dr. A. A. van Rhijn, Fedde Schurer, R. v. d. Brug, prof. dr. W. Banning, prof. dr. ir. W. Schermerhorn. [] Zij allen hadden de overtuiging dat het politieke leven in Nederland een nieuwe impuls nodig had. Dat niet in de afzondering, het isolement, maar in de samenwerking met anderen de voorwaarden gevonden moesten worden tot een constructief en vooruitstrevend beleid. [] WAT IS VOORUITSTREVEND? [] Mr. G. E. van Walsum, burgemeester van Rotterdam, zegt hierover: "Vooruitstrevend noem ik een politiek, die naar de toekomst gericht is, gevoelig voor de veranderingen die zich in de politieke en maatschappelijke verhoudingen nationaal en internationaal aankondigen, en beweeglijk. Een politiek ook, die kristisch (!) staat tegenover het historisch gewordene, omdat zij leeft uit een visie, die gedragen wordt door het verlangen naar waarachtige menselijkheid en vrijheid en besef heeft van een hogere gerechtigheid, die ons doen en laten oordeelt. Voor rnij is dat het wezen van eeii werkelijk christelijke politiek,. omdat zij een levenshouding [] vertegenwoordigt, die afgestemd is op de toekomstverwachting, waaruit de christen heeft te leven." (Uit "Doorbraak", orgaan van de Protestants Christelijke Werkgemeenschap in de P. v. d. A.) [] DE PROTESTANTS-CHRISTELIJKE WERKGEMEENSCHAP [] Zoals ik al zei, personen van vrijwel alle geestelijke groeperingen zijn lid van de Partij van de Arbeid. Zij hebben zich, binnen het kader van de partij, aaneengesloten tot werkgemeenschappen. Zo is er een katholieke, een humanistische en een protestants-christelijke werkgenieenschap. "De werkgemeenschap is de plaats waar mensen van hetzelfde geloof of dezelfde levensbeschouwing meewerken aan de geestelijke fundering van het democratisch socialisme. Zij dienen de partij van advies in al die zaken van levensbeschouwelijke aard, die in Nederland om een oplossing vragen, waarbij men elkaar respecteert. De werkgemeenschappen hebben derhalve niets van een partij in de partij. Zij zijn opgericht ter verrijking en verdieping van het geheel der socialistische gedachte en beweging, zoals art. 36 van het beginselprogram van de P. v. d. A. zegt. En zij hebben voldaan.(Het Vrije Volk, 28-1-'56). Van de Protestants-Christelijke Werkgemeenschap (P.C.W.G.) zijn een 6000-tal mensen lid, daarbij zijn meer dan 300 predikanten uit vrijwel alle kerkgenootschappen. (Er zijn méér protestants-christelijke leden van de P. v. d. A., maar deze nemen geen deel aan het P.C.W.G.-werk). Voorzitter is mr. G. E. van Walsum en secretaris is het Tweede Kamerlid J. H. Scheps. In alle organen van de P. v. d. A. hebben leden van de werkgemeenschappen zitting. Zij adviseren in de geest, die leeft in hun kring en er is een ideale vorm van samenwerking bereikt, met een groot begrip voor elkaars standpunt. [] Dit alles heeft nog een bijzonder belangrijk neveneffect. Telkens weer horen niet-christenen hoe leden van de kerk getuigenis afleggen van hun overtuiging. Dit heeft tot gevolg dat vele misverstanden over en weerstanden tegen "de kerk" werden overwonnen. Dit is alleen maar verblijdend! [] De christen in de P. v. d. A. behoeft zijn geloof niet onder stoelen of banken te steken. Integendeel. Er is een grote bereidheid tot luisteren. Daarom zeg ik met grote nadruk: Kom erbij! Doe je keuize en geef je vertrouwen aan de P. v. d. A.! [] DE KERKEN EN DE P. v. d. A. [] De confessionele partijen zullen de gedachtengang, in het voorgaande ontwikkeld, bestrijden. Logisch: hun bestaan staat op het spel. Maar de kerken spreken een geheel ander woord. De Ned. Herv. Kerk zegt hierover in het "Herderlijk Schrijven vanwege de Generale Synode" op blz. 19 het volgende: "De leden van Christus' gemeente zullen in het algemeen voorkeur hebben voor de wijze, waarop deze of gene partij het land geregeerd wil zien. In ons democratisch staatsbestel is de keuze voor een bepaalde partij nu eenmaal de vorm, waarin wij persoonlijk onze politieke verantwoordelijkheid uitdrukken. Over de partijkeuze kan tussen leden van Christus' lichaam een diepgaand verschil bestaan. De weg, die de een vanuit zijn christelijk geloof voor de beste houdt, kan in de ogen van de ander juist met dat geloof in strijd zijn. In deze verschillende keuze spelen allerlei factoren een rol: beoordeling der situatie, persoonlijke ervaring, sociale herkomst, vrees voor deze of gene gevaren en ook een zich laten leiden door verschillende aspecten van het evangelie." [] "De keuze voor een bepaalde politieke partij is een zaak van het gelovig weten van de enkeling, die zich heeft af te vragen, waar hij naar beste weten het vruchtbaarst kan medewerken aan de verwerkelijking van Gods gebod in de onderhouding van het menselijk bestaan." [] Ook de andere kerkgenootschappen aanvaarden, dat de politieke keuze van hun leden geheel vrij moet zijn. Zo weet ik b.v. dat in de Evang. Luth. Kerk niet alleen vele Jongeren . die een leidende rol hebben in de Ned. Luth. Jeugdbond, maar ook ouderen, waaronder kerkeraadsleden en predikanten, lid zijn van of hun stem uitbrengen op de Partij van de Arbeid. Bij de Oud-Kath. Kerk, de Doopsgezinden, de Remonstr. Broederschap, enz. ligt dit evenzo. Men heeft hier in de praktijk ervaren dat de samenwerking in de kerkelijke organen er in geen enkel opzicht onder behoeft te lijden, wanneer de politieke inzichten van de leden verschillen. Dit zijn twee afzonderlijke gebieden. [] De politieke partij mag geen verlengstuk zijn van de kerk, zoals dikwijls maar al te gemakkelijk wordt gesuggereerd. Evenmin mag een kerk zich vereenzelvigen met een politieke partij, welke dan ook. [] De gereformeerde kerken heb ik met opzet nog niet genoemd. Het gereformeerde volksdeel is altijd moeilijker te vinden voor verandering en vernieuwing. Het "isolement" speelt hier nog een grote rol. Toch beginnen ook in deze kring andere inzichten terrein te winnen. Vele gereformeerden hebben hun weg naar de P. v. d. A. reeds gevonden. En vooral onder de jongeren (ik denk hierbij aan de groep rondom Thijs Booy, aan publicaties van ds. Okke jager, aan discussies gevoerd op de kringen van de beweging "Jeugd en Evangelie", enz.) leeft het verlangen het isolement te doorbreken, zowel op kerkelijk terrein (de oecumenische beweging), als op het vlak van "de wereld". (Het zijn in deze wereld legt ons een speciale verantwoordelijkheid op). [] JEUGDIG ELAN [] Dat juist de jeugd deze vernieuwing wil, is niet te verwonderen. Is niet de jeugd de draagster van het nieuwe, bruisende leven? Heeft de toekomst niet alles te bieden? [] Ik geloof dat de P. v. d. A. de partij is, waarin als geheel dit jeugdig elan het meest tot uitdrukking komt. [] Het is de partij, die reeds enige jaren geledeii een plan ontwierp, langs de lijnen waarvan de politiek zich nationaal en internationaal zou moeten ontwikkelen. Dit [] uitvoerige, wetenschappelijk bijzonder knappe rapport, getuigt van een brede visie en een groot besef van verantwoordelijkheid voor de toekomst van ons volk, van Europa en de wereld. Aan de totstandkoming ervan droeg het wetenschappelijk bureau van de P. v. d. A., de Dr. Wiardi Beckman Stichting, een belangrijk aandeel bij. [] De P. v. d. A. is de enige partij, die zich de moeizame arbeid van het samenstellen van een dergelijk rapport getroost lieeft. Misschien is zij ook de enige die dit kon doen, omdat de veelzijdige deskundigheid, die voor zo'n rapport vereist is, alleen maar door de P. v. d. A. opgebracht kan worden: Haar veelzijdige samenstelling maakte het mogelijk een plan te ontwerpen, waarin de belangen van de gehele gemeenschap en niet van een bepaalde groep, worden veiliggesteld en gediend. [] Probeer dit rapport, getiteld "De weg naar vrijheid, een socialistisch perspectief", eens in handen te krijgen. je zult verbaasd zijn over de brede en juiste kijk op de dingen, die hierin tot uitdrukking, zijn gebracht. [] WAT IS SOCIALISME? [] Enige malen werd reeds het woord socialisme gebruikt. Bij sommigen wekt dit woord weerstanden op, daarom wil ik er hier nog iets van zeggen, al is het niet mogelijk een korte definitie te geven. Het socialisme heeft in de loop der jaren een ontwikkelingsgang doorgemaakt en het woord is dikwijls misbruikt. (Denk maar aan "Nationaal socialisme!"). [] Het socialisme is een denkwijze over de maatschappij en de maatschappelijke verhoudingen. De leden van de P. v. d. A. hebben voor het socialisme gekozen omdat zij hierin zien: Het streven met democratische middelen naar een zodanige omvorming van de grondslagen der maatschappij, dat dié stoffelijke en geestelijke voorwaarden geschapen worden, die nodig zijn om tot een volledige ontplooiing van de menselijke persoonlijkheid, in een vrije samenleving, te geraken. Deze samenvatting is gebrekkig en onvolledig, maar dit staat vast: Het gaat om de mens in zijn volheid; om zijn materiële behoeften, maar ook om zijn innerlijke ontplooiing. [] "Wezenlijk is voor "ons socialisme" de geestelijke vrijheid, die ieder menis nodig heeft om mens te worden. Op deze grondslag voert onze radicale democratie tot de vrijheid voor alle geestelijke groeperingen, de kerken als de belangrijkste groep voorop, om zich zelf te zijn. Het socialisme als concrete beweging garandeert naar beste weten deze vrijheid; het heeft de rechtsorde te scheppen en te handhaven, waarbinnen kerken en andere geestelijke organen zich kunnen ontplooien." (Prof. dr. W. Banning in "Ons Socialisme").WAT DOET DE PARTIJ VAN DE ARBEID? [] Wat komt er van de theorie in de praktijk terecht? Het is niet mogelijk in het bestek van dit korte geschriftje enigszins uitvoerig op deze vraag in te gaan. Trouwens, dat is~ook niet nodig. Uit krantenverslagen, nieuwsberichten, enz. is een ieder bekend met de initiatieven die telkens weer door de P. v. d. A.-minister en kamerleden genomen worden. Wie weet er b.v. niets van de financiële politiek van de ministers Lieftinck en Van der Kieft? Of van de sociale politiek van de ministers Drees en Suurhoff? Voor wie is min. Mansholt een onbekende? En hebben vriend en vijand niet een diepe bewondering voor het werk van minister Donker? Maar er is meer te noemen. [] Mr. G. E. van Walsum schrijft in "Doorbraak" van december 1955: "Is er enige partij, die beter dan de P. v. d. A. heeft begrepen, dat de tijd van het kolonialisme definitief voorbij is en dat de opheffing van onderontwikkelde landen de beste waarborg is voor een welvarende en vreedzame internationale samenleving? De P. v. d. A. kiest duidelijk partij in het vraagstuk van de rassen-discriminatie. Zij is een overtuigd pleitbezorgster van de Europese integratie en van een supranationale regeling van de daarmee saiiienhangende vraagstukken. Zij aanvaardt positief dat de overheid een taak heeft met betrekking tot de bevordering van de welvaart en de verdeling daarvan over de verschillende bevolkingsgroepen. Zij is niet behept met de veel voorkomende watervrees voor overheidsingrijpen, maar beseft toch dat een wijze beperking daarbij geboden is, omdat zij een open oog heeft voor de gevaren van liet staatsobsolutisme. De P. v. d. A. komt op voor de sociaal-zwakkeren en streeft er naar de ontwikkelingskansen voor een ieder zo gunstig mogelijk te maken. Zij probeert bij de brede lagen van de bevolking belangstelling voor het culturele leven te wekken en dit voor hen toegankelijk te maken". [] De P. v. d. A. vat haar taak en verantwoordelijkheid ernstig op. Om zichi hierop te bezinnen organiseert zij regelmatig congressen. Ik noemde er enige: de agrarische congressen, sport-, onderwijs- en kunstenaars-congressen, het congres gewijd aan de vraagstukken rondom de atoomenergie, het woningbouw- en het verkeerscongres. [] Tal van deskundigen, ook uit kringen buiten de P. v. d. A., wonen deze congressen bij en zij vormen een wezenlijke bijdrage tot de op!ossing van deze problemen. Eén aspect van de praktischie politiek wil ik hier nog noemen, om zijn bijzonder belang voor de jongerenwereld: het onderwijs. Ook hierover heeft de P. v. d. A. concrete gedachten. Kort samengevat zijn ze aldus: Al het onderwijs moet kosteloos zijn; dus niet alleen het lager-, maar ook het middelbaar- en hogeronderwijs. Er moet zelfs, als dat nodig is, een toelage gegeven worden. Of een kind wel of niet naar een school gaat, mag niet afhankelijk zijn van de welstand der ouders. Een ieder die voldoende begaafd is, moet de gelegenheid hebben dát onderwijs te volgen, waartoe zijn begaafdheid hem/haar in staat stelt. [] "De staat heeft tot plicht ervoor te zorgen, dat de krachten die in een volk schuilen, op, de best mogelijke manier worden gebruikt. Wie kan studeren, moét studeren. Niet alleen voor zijn eigen plezier, maar in het belang van de gemeenschap. Studeren is zijn recht en tevens zijn plicht. En het is de plicht van de staat dit studeren mogelijk te maken". (Het Vrije Volk, 30 januari 1956.) [] Er wordt weleens beweerd dat bij de P. v. d. A. het bijzonder onderwijs niet veilig zou zijn. Er zijn bij haar leden overtuigde voorstanders zowel van het openbaar onderwijs, als van het bijzonder onderwijs. De onderwijs-pacificatie wordt door de P. v. d. A. loyaal ten uitvoer gelegd. Haar standpunt is: "De ouders bepalen welk onderwijs de kinderen zullen ontvangen. De staat heeft tot taak de middelen daartoe te verschaffen". [] PERSPECTIEF! [] Wat hebben jongeren met politiek te maken? Wel, op grond van het feit: "De jeugd van vandaag is de leidende geiieratie van morgen", antwoord ik: alles! En opent zich in doel en streven van de Partij van de Arbeid niet een boeiend perspectief? Je helpt daadwerkelijk mee onze samenleving meer leefbaar te maken; het gaat om recht en gerechtigheid; om de toekomst, van jezelf, van ons land, van Europa, van de wereld! Waag de stap en doe je keus. Kies de Partij van de Arbeid! [] Hilversurn, februari 1956. [] COR DE GROOT
Published:13.06.1956