Summary: | "Collection: Brunfaut Emilienne; Archiefgeschiedenis: Eind 2002 werd Amsab-ISG verzocht een eerste deel van het archief van Emilienne Brunfaut op te halen in een oude opslagplaats. Het betrof een omvangrijke schenking van ruim twaalfhonderd dozen. Bij overbrenging naar de depotruimte werd geconstateerd dat er materiaal aangetast was door vocht en schimmel. De beschadigde stukken werden behandeld met een schimmelwerend product en drie maanden gedroogd, om zo de best mogelijke bewaaromstandigheden voor het archief te realiseren. In maart 2003 startte een vroegere archiefmedewerkster met de verwerking van het archief. In een eerste fase werden het iconografisch, het bibliotheek- en het beeldmateriaal afgezonderd van de rest. In het najaar stopte de verwerking, tot dan toe waren 542 beschrijvingen gemaakt.
In maart 2004 werd de verwerking van het archief hernomen. In eerste instantie werd de werkmethode van de vroegere archiefmedewerkster bestudeerd en een poging ondernomen deze voort te zetten, wat oorspronkelijk een remmende invloed had. Daarenboven werd duidelijk dat het verwerkte materiaal niet geschoond was en de beschrijvingen veel te omvangrijke mappen omvatten. De belangrijke beslissingen betroffen de herwerking van het reeds beschreven archief en het maken van een stortingslijst daar alle materiaal nog niet was overgedragen.
Dubbels werden uit het archief verwijderd, alsook nietjes, paperclips en zure mappen. De beschrijvingen werden herwerkt, enkel de beschrijvingen van de briefwisseling en de doorslagen van uitgaande brieven zijn behouden.
Het archief bevatte een rudimentaire ordening volgens de verschillende functies die Emilienne Brunfaut had uitgeoefend. Maar binnen die ordening troffen we omvangrijke omslagen aan met stukken van diverse onderwerpen met een uiteenlopende chronologie. Het leek ons niet haalbaar deze structuur te behouden, temeer daar ze voor onderzoekers een belemmering zou zijn. Daarom hebben we geopteerd om daar waar nodig een dossier te reconstrueren. Sporadisch zijn er soms overlappingen door de omvang van het archief en de beperkte ruimtelijke mogelijkheden. Maar deze zullen weggewerkt worden bij het maken van een inventaris die we als eindresultaat vooropstellen als alle materiaal is overgedragen.
De stortingslijst is het resultaat van een ‘work in progress’, een tweede schenking van de zomer 2004 staat op de agenda en vermoedelijk zal nog een schenking volgen.
Het verwerkte deel behandelt de periode 1936 tot en met 1985. Het grootste deel heeft betrekking op de vakbond en de daaraan verbonden commissies waarin Emilienne zetelde. Daarna komt het materiaal uit de periode (1970-1980) waarin ze op het kabinet van het ministerie van Arbeid en Tewerkstelling werkte. Nog vermeldenswaardig zijn de stukken met betrekking tot het Rassemblement des Femmes pour la Paix (1945-1969), het Bureau International de liaison des organisations des femmes, de UNO en de organisatie van het Internationaal Jaar van de Vrouw.
Persoonlijke stukken zijn een minderheid in het archief.
Het archief is een weerspiegeling van Emiliennes actieve leven: functies, organisatie en deelname aan colloquia, studiereizen, onderzoeken, publicaties…
Het omvat 738 beschrijvingen verspreid over 110 dozen en is toegankelijk mits een toelating van de dienstdoende archivaris van Amsab-ISG.Biografie: Emilienne Steux werd geboren op 11 mei 1908 te Dottignies. Ze was de dochter van Hélène Coudoux, een naaister, die stierf toen Emilienne vijf jaar was. Haar vader Emile was een textielarbeider, die de coöperatie Le Progrès des Flandres had opgericht. Daarnaast was hij ook schepen en provincieraadslid. Emilienne werd in haar kinderjaren ondergedompeld in het socialistisch en syndicale denkgoed. Na de middenschool volgde ze een cursus dactylografie en boekhouden. Daarna werkte ze een jaar als boekhoudster bij de coöperatie en in een verzekeringskantoor. Een intens militantenleven was een constante: Emilienne was lid van de textielvakbond en er ook een tijd secretaris van. Ze volgde lessen aan de Centrale d’Education Ouvrière en de Ecole Ouvrière Supérieure. Als 19-jarige nam ze deel aan een studieweek georganiseerd door de vakbond; onder de 250 deelnemers waren slechts twee vrouwen. Ze werkte zes weken in een spinnerij in Noord-Frankrijk om aan den lijve het harde labeur te ondervinden. Ze kreeg haar ontslag omdat ze discussies aanging, dit sterkte haar alleen maar in haar engagement in de vrouwenstrijd. Ook de politiek was een rode draad in haar leven, ze stond op de BWP-lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen in 1932. Ze nam deel aan acties (1934) tegen het wetsvoorstel van senator Rutten om gehuwde vrouwen van de arbeidsmarkt te weren. Op vraag van Max Buset voerde ze een onderzoek naar de crisis in de textielcentra en de mogelijkheid om het Plan De Man toe te passen. Ze kreeg de kans om de eerste vrouw en de jongste medewerker te worden op het kabinet van Hendrik de Man, maar ze weigerde. Als afgevaardigde van de vakbond nam ze deel aan de Internationale Arbeidsconferentie te Genève (1935) en was ze één van de drijvende krachten achter de commissie Vrouwenarbeid binnen de vakbond. Met een delegatie socialistische vrouwen bezocht ze de Sovjet-Unie. Emilienne werd secretaris van de Belgische sectie van het Comité mondial des femmes contre la guerre et le fascisme.
Uit haar huwelijk met Maxime Brunfaut werden er op korte tijd vier kinderen geboren; het gezin vluchtte tijdens de Tweede oorlog naar Frankrijk waar het deelnam aan verzetsactiviteiten. Na de oorlog werd ze weer actief militant in de textielvakbond en werd de Commission du travail des femmes nieuw leven ingeblazen. Emilienne schreef jarenlang voor de pagina Femme in Syndicats.
Diverse vredesbewegingen werden opgericht, Emilienne was medeoprichter van het Rassemblement des Femmes pour la Paix en hielp mee bij de voorbereidingen van het Congrès mondial des partisans de la paix.
In 1949 verliet ze de BSP uit protest tegen de socialistische steun aan de oprichting van de NAVO. In 1951 trad ze officieel toe tot de communistische partij. Reeds een jaar later werd ze samen met Charles Crèvecoeur uit de partij gezet, die ze kende van de Amis de la Fédération Syndicale Mondiale.
Vakbond, vrede, vrouwen en ook kinderen en opvoeding liepen als een rode draad door haar leven. Na de coup van 1948 in Tsjecho-Slowakije zamelde ze 10.000 ton sinaasappelen in voor de Tsjechoslovaakse kinderen in. Ze organiseerde in 1950 de eerste kinderboekenbeurs. Later legde ze zich meer toe op de noodzaak van opvoeding en onderwijs met een internationaal forum over de noodzakelijkheid tot van verdraagzaamheid bij de opvoeding van kinderen georganiseerd door het Bureau International de liaison des organisations des femmes, waarvan ze secretaris was van 1960 tot 1970.
In opdracht van de EEG schreef ze een rapport over het belang van een opleiding voor meisjes en vrouwen. Emilienne bleef zich nationaal (A travail égal, salaire égal bij de staking van FN-Herstal) en ook internationaal inzetten voor haar idealen. Ze nam deel aan diverse seminaries over de positie van de vrouw in het buitenland. Ze werd samen Lucienne Herman-Michielsen voorzitter van het organiserend comité voor het Internationaal Jaar van de Vrouw (1975). Als expert vrouwenrechten werd ze voorgedragen door de Confédération Européenne des Syndicats. Op nationaal niveau werd haar gevraagd diverse werkgroepen van het ministerie van Arbeid en Tewerkstelling onder Spitaels (1977-1978) en Dewulf (1979-1981) voor te zitten. Level of description: Item; Series: 343: Archief van Emilienne Brunfaut"
|