114.00019: Nota’s over het oplijsten van de sinds 1935 uitgevoerde staatswerken in Ronse

"Collection: BWP/BSP/SP-afdeling Ronse; Biografie: De afdeling Ronse van de Belgische Werkliedenpartij werd feitelijk opgericht op 19 april 1891. Daarvoor waren er al vergeefse pogingen geweest om een lokale afdeling op te richten van wat toen nog de Belgische Werkliedenpartij heette. In 1886 b...

Full description

Bibliographic Details
Main Author: BWP-afdeling Ronse
Institution:Amsab-Institute of Social History
Format: TEXT
Published: 1935-1937
Online Access:https://hdl.handle.net/10796/295EDBC7-16C3-49E2-8A00-69FC6BCB8441
Description
Summary:"Collection: BWP/BSP/SP-afdeling Ronse; Biografie: De afdeling Ronse van de Belgische Werkliedenpartij werd feitelijk opgericht op 19 april 1891. Daarvoor waren er al vergeefse pogingen geweest om een lokale afdeling op te richten van wat toen nog de Belgische Werkliedenpartij heette. In 1886 bijvoorbeeld trachtten Gentse socialisten al eens om een afdeling in Ronse op te richten, maar hun opzet mislukte. In 1891 kenden de Gentenaars meer succes. Nadat Ferdinand Hardijns en Edward Anseele respectievelijk eind januari en begin februari 1891 Ronse aandeden, verscheen in het socialistisch dagblad Vooruit al snel een oproep om in de gemeente een werkersbond op te richten, met het gekende resultaat. De nieuwe afdeling Ronse van de Belgische Werkliedenpartij moest al snel aan de bak. Met de eerste gemeenteraadsverkiezingen van 17 november 1895 diende zich al snel een eerste belangrijke uitdaging aan. De radicale liberalen slaagden er toen in om hun doctrinaire partijgenoten en de socialisten op één gezamenlijke lijst samen te brengen om de strijd aan te gaan met de katholieken. Zonder succes evenwel. De katholieken behaalden de absolute meerderheid van de stemmen, wat toen betekende dat zij ook alle zetels binnenhaalden. En ook in 1899 moest een kartel van liberalen en socialisten het afleggen van de katholieken. In 1903 en 1907 kwam de werkersbond van Ronse alleen op, maar maakte de socialistische lijst geen schijn van kans tegenover de katholieken en socialisten. Met respectievelijk 7,5 en 17,3% van de stemmen werd ook toen geen socialist in de gemeenteraad verkozen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 15 oktober 1911 vormden de socialisten en de liberalen opnieuw een kartel. Dit samengaan mag toegeschreven worden aan Eugène Soudan. Van liberale komaf sloot hij zich in 1899, tijdens zijn studies rechten aan de Rijksuniversiteit Gent, aan bij de Belgische Werkliedenpartij. Nadat hij in 1905 doctor in de Rechten werd en na zijn stage bij het gerenommeerde Brusselse advocatenkantoor van Charles Dejongh keerde hij na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 1907 terug naar zijn geboortestad Ronse. Hij werd er al snel het lokale kopstuk van de Belgische Werkliedenpartij. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1911 werden vijf katholieken en drie liberalen verkozen. De katholieken behaalde de absolute meerderheid, maar na de invoering van de evenredige vertegenwoordiging betekende dat niet zomaar dat zij ook alle zetels kregen. De socialisten behaalden geen zetel. Hun kandidaten, Amedée Deroose en Leonard Stockman hadden de minste stemmen van alle kartelkandidaten. Een jaar later deed Deroose wel zijn intrede in de gemeenteraad, nadat een liberaal, de kartelafspraken getrouw, plaats ruimde voor hem. Veel plezier beleefden de socialisten evenwel niet aan die zetel. In 1913 keerde Deroose Ronse immers de rug toe nadat hij in de lente uit de partij was gezet voor onfatsoenlijk gedrag. Hierdoor kon Soudan zijn gezag over de werkersbond van Ronse nog versterken. Na de Eerste Wereldoorlog werd hij zelfs de onbetwistbare leider van zijn partij, zowel in Ronse zelf als in het arrondissement Oudenaarde-Ronse. Dat bracht met zich mee dat hij in 1919 werd verkozen tot socialistisch volksvertegenwoordiger van deze kiesomschrijving. En twee jaar later was Soudan lijsttrekker van de Belgische Werkliedenpartij van Ronse bij de gemeenteraadsverkiezingen van 24 april 1921, de eerste die plaatsvonden onder het stelsel van het algemeen meervoudig stemrecht. Soudan boekte succes. Zijn partij haalde acht zetels. Evenveel als het kartel van katholieken en christen-democraten. De laatste zetel was voor de liberalen. Na de verkiezingen kozen de socialisten voor de oppositie en wezen ze een eenheidscollege af. Bij de gemeenteraadsverkiezingen vijf jaar later veroverden de socialisten de absolute meerderheid. Soudan werd vanaf 1927 burgemeester. Sedertdien bleven de socialisten onveranderd aan het roer staan in de gemeente, met uitzondering van de oorlogsjaren 1940-44. Level of description: File; Series: 114: Archief van SP-afdeling Ronse"
Published:1935-[1937]
Physical Description:1 omslag