Summary: | "Collection: Chagoll Lydia; Level of description: Item; Biografie: Lydia Chagoll werd op 16 juni 1931 geboren als Lyda Aldewereld, een van de twee dochters in een Joods-Nederlands gezin dat in België woonde. Al als kind danste ze graag en deed ze aan kunstijsschaatsen. Toen de oorlog uitbrak, vluchtte het gezin Aldewereld. Via omzwervingen kwam het uiteindelijk terecht in een Jappenkamp in Indonesië; moeder en dochters in een vrouwenkamp, vader als krijgsgevangene in een mannenkamp. Die ervaringen heeft Lydia Chagoll later neergepend en uitgegeven in Zes jaar en zes maanden (1981), Buigen in Jappenkampen (1995) en Hirohito, keizer van Japan. Een vergeten oorlogsmisdadiger? (1988). In het kamp kreeg ze balletlessen van kampgenoten. Na de repatriëring belandde Lyda met haar familie in Nederland, waar ze vaststelden dat bijna alle andere familieleden waren omgekomen. Al die ervaringen maakten van haar een introvert kind dat zich vooral uitte via dans en beweging.
In 1948 begon ze aan de universiteit Brussel Germaanse talen te studeren, maar ze bleef ook danslessen volgen. Ondanks de twijfels van haar ouders over een toekomst in het dansen, zette ze halsstarrig door. In 1952 organiseerde Lyda twee recitals in het Paleis voor Schone Kunsten, met de belofte dat ze zou stoppen bij negatieve recensies, maar die bleven uit. Ondertussen had ze de artiestennaam Lydia Chagoll en de Belgische nationaliteit aangenomen. De bal ging aan het rollen: de aanbiedingen kwamen vanzelf en ze maakte naam met balletten in tv-shows. Ze begon les te geven aan kinderen in de Muntschouwburg en behaalde in de École Superieure
des Études Choréographiques in Parijs een diploma danspedagogie. Haar pedagogische opvattingen reflecteren zich naast een pleidooi voor de opwaardering voor de danskunst in haar werk Plaidoyer pour le Ballet Belge (1960) en Précis de l’enseignement de la danse classique (1965).
In 1966 maakte Lydia Chagoll haar droom waar: ze richtte een internationaal balletgezelschap op, Ballet Lydia Chagoll, waarmee ze hoofdzakelijk eigen creaties opvoerde voor kinderen en jongeren. Gebrek aan subsidies maakte in 1970 het voortbestaan van het gezelschap onmogelijk. Die ontgoocheling, een scheiding en problemen met de halswervels deden haar stoppen met ballet. Chagoll behield wel het idee om de balletten te verfilmen en dat bracht haar in contact met Frans Buyens. In 1973 werkte ze een choreografie uit voor diens film Waar de vogeltjes hoesten en was ze zelf montage-assistente. Vervolgens was ze ook script- en regieassistente bij documentaires van Frans Buyens. Lydia Chagoll uitte zich cinematografisch met een eerste kortfilm gebaseerd op kindertekeningen over het leven in een stad van de toekomst, Laat mij minstens een beetje zon (1975). Internationale weerklank kreeg ze met In naam van de Führer, een documentaire over het arische en niet-arische kind onder het naziregime (1977). Er volgden nog een publicatie, kortfilms en documentaires over dit thema.
Haar persoonlijk engagement voor verdraagzaamheid en voor het lot van kinderen loopt als een rode draad door haar leven. De Lydia Chagoll-Stichting ‘Voor de glimlach van een kind’ richtte ze in 1978 op om ook anderen aan te moedigen zich het lot van kinderen aan te trekken. De stichting werd in 1994 ontbonden, maar kreeg binnen de Koning Boudewijnstichting onmiddellijk een vervolg als het Fonds Lydia Chagoll. Jaarlijks wordt de Lydia Chagoll-Prijs toegekend aan een persoon, groep of vereniging die verdienstelijk werk levert ter bevordering van het respect voor kinderen.
In 1982 sneed ze met de film Voor de glimlach van een kind een nieuw taboeonderwerp aan: kindermishandeling. Daaruit vloeiden opnieuw sociale activiteiten voort, in heel België werd een campagne gehouden rond de problematiek. Lydia Chagoll was medestichter van het vertrouwensartscentrum, SOS-Enfants/SOS-Kinderen (1983) en oprichter van de Werkgroep Kinderen in Gevangenissen (1985). Ondertussen maakte ze nog films in corealisatie met Frans Buyens, zoals Tango-Tango (1993) en Weten Waarom (1997). In die jaren publiceerde ze ook verhalen (Het toekomstige verleden jaar, 1998), gedichten (La vieille dame et la fille nomade, 1999) en leverde ze bijdragen voor publicaties (De huid voorbij, 1994). Een ander initiatief, de vzw Ik wil leren, die kinderen met moeilijkheden in de lagere school wilde helpen, kwam niet tot volle ontwikkeling.
Chagoll werkte mee aan Lydia Chagoll 25 jaar ballet, een boek over haar danscarrière dat in 2000 verscheen. Ze schreef ook nog een kinderopera met en voor kinderen, Maître Tsa (2002). Na de dood van Frans Buyens in mei 2004 begon ze de belangrijkste werken uit hun oeuvre uit te brengen op dvd.
Bij een eerste doorlichting werd al snel duidelijk dat er naast het omvangrijke archief van Frans Buyens, ook materiaal aanwezig was van Lydia Chagoll, zijnde materiaal betreffende haar verleden als danseres, schrijfster, cineaste en sociale activiteiten waaraan ze haar naam verbond.
Als richtlijn voor de scheiding van beide archiefvormers werd hun curriculum vitae of biografie gebruikt. Het materiaal over haar filmprojecten en haar sociale activiteiten (Voor de glimlach van een kind, het Fonds-Lydia Chagoll en Ik wil leren vzw) werd overgedragen naar het archief van Frans Buyens, omdat Chagolls cinematografische en sociale activiteiten zo vervlochten zijn met die van haar man.In 2005 werd het archief van Frans Buyens (1924-2004) in depot gegeven door zijn weduwe, Lydia Chagoll.Zie ook: 307 Archief van Frans Buyens In 2005 werd het archief van Frans Buyens (1924-2004) in depot gegeven door zijn weduwe, Lydia Chagoll. Bij een eerste doorlichting werd al snel duidelijk dat er naast het omvangrijke archief van Frans Buyens, ook materiaal aanwezig was van Lydia Chagoll, over haar verleden als danseres, schrijfster, cineaste en sociale activiteiten waaraan ze haar naam verbond. Op basis van hun curricula vitae en biografieën werd het materiaal gescheiden. De grens werd getrokken tot het moment dat ze voor het eerst samenwerkten, met de film Waar de vogeltjes hoesten. Het archief van Lydia Chagoll bevat materiaal over haar danscarrière. Het is een mooie weerspiegeling van alle contacten die Lydia Chagoll had in de balletwereld, het lesgeven, de problemen met subsidies … van de periode van 1955 tot en met 1972. Ook de volledige voorbereiding van het boek over haar danscarrière werd overgedragen. In functie van die kroniek werd het archief gemanipuleerd en werden er annotaties toegevoegd. Series: 308.6: Lesgeven"
|