266.00364: Stukken betreffende de levering van kolen aan de Commissie voor Openbare Onderstand te Menen

"Collection: SM Coöperatief Verbond Menen-Roeselare-Ieper; Biografie: De Zuid-West-Vlaamse grensstad Menen groeide rond de vorige eeuwwisseling uit tot het derde socialistische steunpunt in Vlaanderen, na Gent en Antwerpen. Een belangrijk draagvlak voor deze ontwikkeling was ongetwijfeld de aa...

Full description

Bibliographic Details
Main Author: SM De Plicht Menen
Institution:Amsab-Institute of Social History
Format: TEXT
Published: 1949
Online Access:https://hdl.handle.net/10796/45C90A30-FFF5-4FDF-9E38-763F1A9349FA
Description
Summary:"Collection: SM Coöperatief Verbond Menen-Roeselare-Ieper; Biografie: De Zuid-West-Vlaamse grensstad Menen groeide rond de vorige eeuwwisseling uit tot het derde socialistische steunpunt in Vlaanderen, na Gent en Antwerpen. Een belangrijk draagvlak voor deze ontwikkeling was ongetwijfeld de aanwezigheid van een coöperatie, waarvan er al vroeg enkele initiatieven tot rijping kwamen. Zo werd reeds in april 1887 een Samenwerkende Stoelmakerij opgericht, kort daarop gevolgd door een coöperatie met meer algemeen karakter onder de naam Voorwaarts. Aanvankelijk ging het om de uitbating van een volkshuis en een kruidenierswinkel waar producten van de Gentse Vooruit werden verkocht. In 1888 werd beslist om er een coöperatieve bakkerij aan toe te voegen. Vooruit kwam financieel niet tussen voor Menen maar verleende wel organisatorische hulp met de figuur van Karel Beerblock. Hoewel Voorwaarts een lichte groei kende, zou ze toch sterk gebonden blijven aan haar Gentse voorbeeld. Die afhankelijkheid, in combinatie met een verslechterde financiële toestand en de onbekwaamheid van de beheerders, verklaart de neerwaartse spiraal waarin de maatschappij in 1892 terechtkwam. In september van dat jaar ging Voorwaarts over kop. Het laatste stuk uit de inboedel werd op 11 oktober 1892 verkocht. Met dit faillissement zakte ook de hele socialistische beweging in Menen in elkaar. Men zou er nog acht jaar moeten wachten vooraleer een nieuwe belangrijke stap werd gezet. De samenwerkende maatschappij De Plicht werd gesticht op 1 juli 1900. De officiële stichtingsakte dateert van 11 mei 1902. De Plicht heeft het statuut van coöperatieve vennootschap, een vorm van handelsvennootschap en werd als dusdanig ingeschreven in het handelsregister van Kortrijk onder het nr. 55. Bij de stichting was haar zetel gevestigd in de Koningstraat te Menen. Het hoogste gezag wordt uitgeoefend door de algemene vergadering, samengesteld uit alle leden-aandeelhouders. De algemene vergadering benoemt de beheerders en commissarissen en beslist over de jaarlijkse goedkeuring van de balans, de bepaling van de te verdelen winst, de wijziging van de statuten en de verlenging of ontbinding van de maatschappij. De beheerraad bestaat uit minstens vijf beheerders en wordt jaarlijks door de algemene vergadering voor één vijfde vernieuwd. Zij vertegenwoordigt de maatschappij in rechte en mag alle handelingen in haar naam doen. Het dagelijks beheer is in handen van een door de beheerraad aangestelde bestuurder. Het toezicht over het beheer gebeurt door een college van minstens drie commissarissen, die jaarlijks voor één derde wordt vernieuwd. De maatschappij stelde zich aanvankelijk tot doel “het voortbrengen van brood en het verkoopen van eetwaren en allerlei goederen van gewoon gebruik”. Bij de herziening van de standregelen in 1921 werd dit als volgt verduidelijkt: “door middel van samenwerking, de verbetering van den stoffelijken en verstandelijken toestand harer leden. Zij mag ondernemen alles wat rechtstreeks of onrechtstreeks tot de verwezenlijking van dat doel strekt en inzonderheid alle ondernemingen aangaan van handel in en van voortbrenging van eetwaren, dranken, kleederen, kleedingstukken, schoeisels, breiwerk, fantasiën, juwelen, goudwerk, weefsels, spinsels, brandstoffen en andere waren, die aan soortgelijke behoeften beantwoorden; volksapotheken stichten; pensioenkassen, hulp-, zieken-, kraambed-, levensverzekering- en andere fondsen oprichten; boekerijen openen; de ontwikkeling van studie-, kunst-, toneel- en turnkringen bevorderen”. Om deze doelstellingen te verwezenlijken bouwde men als het ware een eigen maatschappij in de maatschappij uit, waarbinnen de leden via een netwerk van handelsactiviteiten konden bediend worden: een bakkerij, winkels en magazijnen, cafés (volkshuizen), een kolenhandel, cinema, schouwburg, een reeks sociale fondsen (geboorte, ziekte, huwelijk en pensioen) en een eigen spaarkas. Zoals bij haast alle overige coöperatieve vennootschappen begonnen de handelsactiviteiten met de uitbating van een bakkerij. Het succes ervan tijdens de beginjaren bepaalde mee de stijgende algemene omzetcijfers, maar de eerste wereldoorlog belette een vroege doorbraak. De zwaar gehavende stad geraakte vanaf 1917 zelfs volledig ontvolkt. De coöperatie kwam de oorlog echter snel te boven. De gedeeltelijk overeind gebleven bakkerij liet toe om snel de broodverkoop opnieuw aan te vatten en men startte een groots aankoopplan van gronden waarop men vanaf 1921 een nieuw volkshuis liet bouwen. Datzelfde jaar werd De Plicht nog in haar organisatie versterkt door de verkiezing van voorzitter August Debunne tot burgemeester van Menen. Dat 1921 een echt scharnierjaar betekende, mag ook blijken uit het stijgend ledenaantal en zakencijfer: de sterke groei tijdens het interbellum liet toe om de activiteiten verder uit te breiden naar naburige gemeenten in de regio. Zo beschikte De Plicht in 1933 naast haar bakkerij, kolenhandel en cinema ook nog over 10 volkshuizen en 13 winkels verspreid over de gemeenten Bissegem, Le Bizet, Geluwe, Gullegem, Komen, Menen, Moorsele, Wervik en Wevelgem. De uitbreiding werkte als een magneet op de kleinere coöperaties in de omgeving, met als resultaat een eerste fusiegolf tussen 1928 en 1931. Op 27 juli 1928 werd de sm De Zon uit Wevelgem samengesmolten met De Plicht . In november 1929 volgde een fusie met de sm Ons Huis Moorsele en in december 1931 met de sm l’Avenir uit Komen. Maar ook na de tweede wereldoorlog zou de lokale reflex nog lange tijd de bovenhand houden. Pas vanaf het begin van de jaren 60 begon men met de tegenvallende resultaten in te zien dat een nauwere commerciële samenwerking zich opdrong, zodat een tweede fusiebeweging op gang werd gebracht. Op 22 mei 1963 werd overgegaan tot de opslorping van de sm Hoop en Vertrouwen uit Ieper. De buitengewone algemene vergadering van 25 april 1964 besliste vervolgens tot fusie met de sm De Voorzorg Roeselare en wijzigde de naam van de maatschappij in Coöperatief Verbond Menen-Roeselare-Ieper. Level of description: Item; Series: 266.3.5: Kolenhandel"
Published:[1949-]
Physical Description:(1 omslag)