Loreley [Bladmuziek] : liederen en gedichten

"Pol De Mont Bibliotheek E. AnseeleDeze publicatie bevat volgende liederen en gedichten :Een vriendschapsdronk...Een ruischend tij gevoelens rijst erEn toen ik in hare kamer trad...Ik heb de wondere Nixe aanschouwd...Ik heb geen wil, geen kracht meer...Slechts éénmaal mocht mijn schuchter woord...

Full description

Bibliographic Details
Main Author: De Mont, Pol
Institution:Amsab-Institute of Social History
Format: TEXT
Language:Dutch
Published: Rotterdam: Elsevier 1886
Subjects:
Online Access:https://hdl.handle.net/10796/66236220-92C2-4910-ABBF-832AB097EB25
Description
Summary:"Pol De Mont Bibliotheek E. AnseeleDeze publicatie bevat volgende liederen en gedichten :Een vriendschapsdronk...Een ruischend tij gevoelens rijst erEn toen ik in hare kamer trad...Ik heb de wondere Nixe aanschouwd...Ik heb geen wil, geen kracht meer...Slechts éénmaal mocht mijn schuchter woord...Mat, moede, lig ik op mijn spond...Mijn kind! Ik weet een aardig lied...Wat hebben mij uw oogen gedaan...Ik wist wel dat gij mij behoorde...Ik heb u gezocht zoo menigen dag...Daar hangt, in't gezellig saletje...Eens, toen de stond van scheiden kwam...In juli was't...Wij speelden schaak...Ik lag, bij avonden, in mijn venster...In, ernst, kind, of uwen oogen zwart zijn...Ik heb u niet gevraagd van waar gij kwaamt...Nu wil ik u in de armen prangen...Gij zijt mijn Vorst...Ter eere van twee groenblauwe oogen...De wind is scherp! Uw halsje is bloot...Eens ben ik naar het veld gegaan...Een rozige straal der avondzon...Gij, zonne, hebt gij geen heller licht...Geen streek zoo bar, geen plek zoo klein...Zij pruilde!...Zoo lagen dan, twee vijandlike kampen...Zeg weet gij t'nog...Avond was't...O Zeg! Is't de glans van uwe oogen?...Door 't blijde, wijde Zoniënbosch...Gedenkt gij soms dien zaligen avondstond?...In droomen heb ik een hutje gebouwd...Nog zie 'k het daar soms voor mijn oogen staan...Nog houd ik 't boek in mijne handen...Hoe lief het was, (t saletje blauw behangen...Wij hebben wondere droomen...Spilleken, spilleken, stalen spilleken...Van twintig uren wijd, om eenen stond...Het liefste lied dat ze immer zong...De velden scheemren...Och! Laat de hoving open...Zoo is't goed! Kom bij mij thans...En of ik u eeuwig bezitten mocht...Kijf niet zoo luid!...En op mijn boezem liet zij zacht...Toen, bij de open vensterluik...Een natte wind waait schuiflend door de duinen...Nu moge 't stromen, moge 't huilen...De laatste vlam der kaers verlichtte...Naar buiten nu! naar buiten, kom...Kom hier! en eer ik ga, mijn kind...Kom, Molly! speel nog eens...Vrij moog 't hertje, in uw borst, popelen,...Ik heet u schoon, o mijn lief, aanbliklik als Cypris...Is 't een spreekwoord licht,...Diep schuil onder de grot,...Nog trilt uw kus op mijne lippen,...PhenthesileiaSoms, wen ik stonden, uren lang,...Zij lei de kaarten voor mij open...O neen! Geen nacht op aerde ontsteelt...Wat heb ik, bevend, vaak, mijn hand,...Geen enkle ster nog verlichtte,...O spreek het uit,...Des nachts, uit bange droemen, waak ik op...Op 't hof ter MuijdenDauw beperelt beemd en bosch...Ik draag mijn hert, nog dooraderd...Daar bloeit, op het graf, een vergeet-me-niet,...Zijt gij, in 't avondgloeien,...Wij zaten, 't hert vel wonne,...Een donkren, stormigen zomernacht...Aan den voet van het burchtslot,...Den eersten, claren meiënnacht,..;Het graf waarin gij sluimert,...Ik heb u in eenen droom gezien,...In sneeuwen bruidsgewaad,...Hou op, hou op met slapen...Daar rept een sombere vogel,...Doe open, och doe open,...En al mijn liefde en mijne eeden...Wie draaft daar zoo laat nog, in spookender jacht...Ik kan het niet vergeten....Het bruidje kwijnde!...Steeds trekken, zoo vaak ik mijn blikken...Over de gerijpte graanzee...Top!'t Sloeg middernacht!...Ik heb het lievelingsplekje weergezocht,...Een Sphinx zijt gij!...In 't boschken, naast de schoone lind...Ich grolle nicht...VastenavondKoud! koud als ijs, gevoelloos als een meer...O hang me uw sluier over 't hoofd,...Die vrouw was schoon... Een wooor, een wenk van haar...Een bloemeken bist du zeker...Denk niet, dat ik mij door het hoofd schiet,...Zijn dat de twijgen van het oeverriet...Daar ligt gij dan alle, o mijn brieven,...Door nacht en nevelen leidde...Eene PhilistijnscheNooit, spraakt gij, heb ik zóó genoten...LancelootSpeldeprikjesVan u, de valschheid zelf, heb ik gedroomd...De gloeiendroode zonne stijgt omlaag,...Wat zong daar de vogelschaar...In 't eerste scheemren des zomernachts,...Gevloden! Verdwenen!...Van Schlemihl staat beschreven,...O zulk een afscheid vind ik hard,...Eens, toen wij moesten scheiden,...Daar vloeiden, door 't zalig Eden,...Hij draagt geen appels meer, de boom van Goed en Kwaad...Soms wordt het mij of wij hereenigd zijn...En toen ik heur dan wederzag,...In sluimering lag ze op den sopha,...Dat is nu zoo lang geleden...Da Vinci! eeuwen her bewonderd 't smeltend oog...Drij looverkens aan BéatrixIn blanksatijnen morgentooi en losse haren,...Wij reden de lanen der hoofdstad...Stil igt de nacht... Hoog drijft de volle maan...Eginhard en EmmaOch wil! och ik wil niet breken,...Nu heeft zij mi verboden...Blondelok en MondjeroodUw' boezem, als een dorstig wicht,..Vraag mij niet naar de kleur van dijn wimpers en welige haren...Bemin! Bemin!...Doch, zweer het niet!...Mij heeft er meer dan een verraden...Ambren rozen, met paerelden dauw belaan,...Achter elk lachjen een klinkende zoen...Wi stegen te gaar ter Congreskolom,...De weken tel ik en de dagen,...Deez' uchtend vroeg, met innig jagend hert,...'t Seizoen der kussen is reeds lang voorbij...Eene zonnevaart"
Physical Description:276 p.
monografie