278: Archief van sm Koöperatief Verbond voor Antwerpen, Turnhout en het Waasland en voorlopers

"Collection: SM Coöperatief Verbond Antwerpen, Turnhout, Waasland; Level of description: Fonds; Biografie: De wortels van de Antwerpse coöperatieve beweging reiken terug tot een kleine en zwak uitgebouwde groep militanten die in het verlengde van de besluiten van de uiteengevallen Eerste Intern...

Full description

Bibliographic Details
Main Authors: Firma A. Nevelsteen en Cie – De Vrije Bakkers, sm De Metz en Cie – De Werker, sm De Werker, sm Koöperatief Verbond Antwerpen, sm Koöperatief Verbond voor Antwerpen, Turnhout en het Waasland
Institution:Amsab-Institute of Social History
Format: TEXT
Online Access:https://hdl.handle.net/10796/780EF313-A414-459D-9665-EB45C352913F
Description
Summary:"Collection: SM Coöperatief Verbond Antwerpen, Turnhout, Waasland; Level of description: Fonds; Biografie: De wortels van de Antwerpse coöperatieve beweging reiken terug tot een kleine en zwak uitgebouwde groep militanten die in het verlengde van de besluiten van de uiteengevallen Eerste Internationale de hoop had gekoesterd om de socialistische ideeën bij de arbeiders ingang te doen vinden via de verspreiding van coöperaties. In het voorjaar van 1880 besliste deze kring - met o.a. Constant Goetschalck en de latere koekjesfabrikant Eduard De Beuckelaer - om een coöperatieve bakkerij De Vrije Bakkers op te richten. Alleen al de benaming doet vermoeden dat de inspiratie werd gevonden bij de Gentse Vrije Bakkers, die in 1873 was gesticht. In augustus 1880 begon men brood te bakken in een keldertje in de Beukenstraat te Borgerhout. Het bescheiden succes maakte dat men in 1884 moest verhuizen naar de Keyserlei, waar men een bakkerij met bloemzolder oprichtte en waar reeds het gehele politieke leven en de krant De Werker gevestigd waren. Intussen breidden De Vrije Bakkers hun handelsactiviteiten uit met een kledings- en kruidenierswinkel en een kolenmagazijn. In 1886 drong zich nogmaals een verhuis op. De keuze viel ditmaal op een gebouwencomplex in de Diepestraat, hetgeen een kapitaaluitbreiding en dus een juridisch statuut voor de maatschappij vergde. Op 1 januari 1886 stelde men zich in regel en tekenden 358 personen in op de stichting van ‘de firma A. Nevelsteen en Cie’. De benaming vonden de stichters bij de uit Brussel overgekomen eerste bakker, Aloïs Nevelsteen. In augustus 1887 werden de gebouwen in de Diepestraat ingehuldigd en nog in datzelfde jaar opende in de Dambruggestraat een eerste volksapotheek. Hoewel de maatschappij het commercieel niet slecht stelde, groeide binnen de bestuursorganen een interne strijd om de macht. Deze kregen hun beslag in 1892, toen een minderheid uit de algemene aandeelhoudersvergadering zich afscheurde en een nieuwe maatschappij, de Firma Welters en Cie-De Wacht oprichtte. Op 26 januari 1896 werd De firma A. Nevelsteen en Cie-De Vrije Bakkers ontbonden.Biografie: De opvolger van De Vrije Bakkers werd opgericht op 19 december 1895. Het werd de vennootschap in collectieve naam De Metz en Cie (met ondertitel De Werker). Het merendeel van de stichters bestond uit sigarenmakers. Onder hen, Abraham De Metz. Hoewel ze alle karaktertrekken van een coöperatie vertoonde, werd toch opnieuw gekozen voor de vennootschap in collectieve naam, wat erop neerkwam dat de vennoten onbeperkt en collectief (elk voor het geheel) verantwoordelijk waren voor het beheer. Alle reorganisaties ten spijt, kregen de oude interne twisten toch nog een vervolg. Hierbij kwam Gustave Van Fleteren, die zowat de voortrekker was geweest bij de hervorming van de vennootschap, lijnrecht te staan tegenover Constant Goetschalck, die ervan beschuldigd werd als aankoper commissielonen te hebben aanvaard. In april 1896 werd het conflict beslecht door het ontslag van Goetschalck. Vanaf 1898 ging het commercieel sterk achteruit. Vooral de broodverkoop daalde pijlsnel. Aangezien deze het grootste aandeel had binnen de totale omzet en de overige kleine handelsafdelingen nauwelijks winst opbrachten, had dit gevolgen voor het gehele commerciële beleid. De crisissituatie had voor gevolg dat men sterk moest gaan bezuinigen op de uitgaven, niet alleen op de personeelskosten maar vooral op de toelagen voor de partijpropaganda en de pers. De partij verloor haar jaarlijkse broodnodige subsidies en het blad De Werker hield er in juli 1902 mee op te bestaan. Eind 1902 besliste de algemene vergadering om de firma De Metz en Cie-De Werker met ingang van 1 juli 1903 te ontbinden. De zwakheid van de Antwerpse coöperatieve beweging vóór WOI wordt in de literatuur vaak gezocht in persoonlijke twisten en een nalatige administratie, zoals dat duidelijk naar voor was gekomen met de afsplitsing van een dissidente groep rond De Wacht en later nog het ontslag van Goetschalck. Minstens even betekenisvol was in dit verband ook de onmacht om de diverse versnipperde initiatieven te overkoepelen. Liever nog dan toenadering te zoeken, wachtte men elkaars faillissement af. In de periode 1897-1901 bestonden er, naast De Werker en De Wacht nog twee coöperaties met socialistische inslag. Dit waren enerzijds La Sociale , gesticht op 3 augustus 1896 en anderzijds Adamas, gestart op 29 februari 1901 om de leden van de Antwerpse Diamantbewerkersbond van dagelijkse levensmiddelen te voorzien. Na de liquidatie van De Metz en Cie wilden de beheerders de maatschappij hervormen, en ditmaal onder de coöperatieve vennootschapsvorm. Dit zou sm De Werker worden.Biografie: Op 1 juli 1904 werd sm De Werker opgericht. In ruil voor het toekennen van aandelen van De Werker aan de ex-aandeelhouders van De Metz en Cie, werd De Werker eigenares van de volledige maatschappelijke inboedel van De Metz en Cie, wat bestond uit het gebouwencomplex in de Diepestraat te Antwerpen en enkele percelen grond in Rumst. Door deze operatie kreeg de sm De Werker de uitbating toegewezen over een bakkerij, café, concertzaal, kleding- en ellegoedwinkel, een schoenmakerij en een kruidenierswinkel. De omvorming wierp uiteindelijk haar vruchten af, maar de echte sprong voorwaarts zou er vóór WOI niet meer komen. De Werker bouwde geleidelijk haar verlieslatende handelstakken af. De zaak bleef weliswaar rendabel maar erg bescheiden. Antwerpen miste aanvankelijk de kracht om die concentratie zelf te realiseren en zocht toenadering tot Luik.Biografie: Door de weinig benijdenswaardige positie waarin sm De Werker zich na de bevrijding bevond, besliste de algemene vergadering van 26 augustus 1920 om de maatschappij te ontbinden om voortaan deel uit te maken van de Luikse Union Coopérative. Antwerpen werd nu een afdeling van Luik, vandaar haar nieuwe naam Koöperatief Verbond (KV). Hoewel de meeste coöperanten in de praktijk wellicht weinig zullen gemerkt hebben van de afhankelijkheid van Luik, had de operatie toch verregaande gevolgen. De Luikse beheerders voerden door een aanzienlijke financiële inbreng een voorzichtige expansiepolitiek waardoor sinds lang opnieuw bemoedigende cijfers konden voorgelegd worden. De stijgende omzet was vooral het gevolg van een gevoelige uitbreiding van het aantal verkooppunten. Zo steeg het aantal winkels van 5 in 1921 naar 15 in 1923. In 1921 was ook de sm De Toekomst in Boom opgegaan in KV , waardoor met een tweede bakkerij kon begonnen worden. Een belangrijk gegeven was bovendien dat Antwerpen mee kon profiteren van de belangrijke productieafdelingen die de Union Coopérative in eigen handen had. In 1923 begon KV met de fabricatie van speculaas onder het merk ‘Pax’. In de gemeenten Boom, Ekeren, Essen en Merksem werden volkshuizen geopend. De kroon op het werk was de aankoop van een grote feestzaal met café op de Meir, dat ‘Volksgebouw’ werd gedoopt. Aangetrokken door de successen die begin jaren 1920 onder Luikse vleugels werden gerealiseerd, groeide bij de Antwerpenaars de wil om de maatschappij voortaan zelf te beheren. Op 13 juli 1924 werd, volledig autonoom van Luik, een nieuwe vennootschap opgericht: de sm Koöperatief Verbond Antwerpen. Op dat ogenblik telde ze zo’n 8560 coöperanten en 180 personeelsleden en strekte haar werkingsveld zich uit over 21 gemeenten. Vanaf het boekjaar 1925 sloten de balansen echter af met verliezen. Nochtans zette men de expansiepolitiek in snel tempo verder. In 1928 werd een derde, gloednieuwe bakkerij geopend in Hoboken. Voorts exploiteerde KV in dat jaar al 39 winkels (verkoop van kruidenierswaren en schoenen), een apotheek, een spaarkas, een fietsenwinkel, een boekhandel, een café-restaurant (‘De Koöperateur’ in de Keyzerlei) en 5 volkshuizen. Aan het centraal magazijn waren nog een koffiebranderij, een olie- en wijnperserij, een chocoladefabriekje en een inpakdienst voor rozijnen en pruimen verbonden. Naast de bakkerij in Hoboken bevonden zich nog o.a. een schildersatelier, een schrijnwerkerij en een autogarage. In diezelfde zucht naar uitbreiding kaderde het initiatief om melk en kolen te verkopen door samen te werken met particuliere firma’s. De te hoog gegrepen investeringen die juist voorafgingen aan een periode van algemene economische recessie, waren er de oorzaak van dat de verliezen opliepen. Tijdens de tweede helft van de jaren 1930 werd een rigoureus beleid gevoerd waarin enkel plaats was voor strikt noodzakelijke investeringen. De bakkerijen noteerden een hogere omzet maar de meest opmerkelijke vooruitgang werd geboekt in de apotheken. Geleidelijk aan won Koöperatief Verbond Antwerpen aantrekkingskracht op de kleinere naburige coöperaties. Zo hield ze vanaf 1938 administratief toezicht op de sm De Volkswil te Turnhout, waarmee ze uiteindelijk op 29 december 1941 fusioneerde. Tussen 1944 en 1954 voerde KV opnieuw een expansiepolitiek, zonder echter nieuwe activiteiten te ontplooien. In de jaren 1950 ging ook meer en meer aandacht naar propaganda en samenwerking met coöperatieve vrouwenorganisaties. Van 1954 tot 1962 - toen de broodverkoop leek te stagneren - verschoof het accent eerder naar een kwalitatieve transformatie van de activiteiten. Vooral op het vlak van de distributie van voedings- en huishoudproducten trachtte men de nieuwe trends te volgen zoals de modernisering van de klassieke ‘kruidenierswinkels’, de introductie van selfservice en de opening van verkooppunten met een grote oppervlakte (een superette en een grootwarenhuis). Het actieterrein breidde zich in die periode uit naar het Waasland door de fusie met de sm Arbeiderscoöperatie van ’t Waasland, De Toekomst te Sint-Niklaas op 16 december 1960. KV was nu actief in de arrondissementen Antwerpen, Turnhout en Sint-Niklaas en positioneerde zich eind 1961 als derde grootste Belgische verbruikscoöperatie. Ze exploiteerde op dat moment 3 bakkerijen (in Antwerpen, Turnhout en Sint-Niklaas), 65 winkels, 22 apotheken ‘De Werker’, 14 volkshuizen, 3 optiekwinkels en een grootwarenhuis voor de verkoop van meubels en huishoudartikelen. Verder stelde ze enkele turnzalen en bibliotheken ter beschikking van socio-culturele organisaties. In 1962 werd de laatste hand gelegd aan een nieuw centraal depot (ter vervanging van de oude stapelplaatsen die nog dateerden uit 1925) in de Sint-Bernardsesteenweg te Hoboken, waar het jaar daarop de maatschappelijke zetel werd gevestigd. In 1964 werd besloten – vier jaar na de fusie – de naam van de maatschappij te wijzigen.Biografie: In 1964 werd de maatschappelijke benaming van sm Koöperatief Verbond (KV) Antwerpen gewijzigd in sm Koöperatief Verbond voor Antwerpen, Turnhout en het Waasland. Het was de bedoeling de schaaluitbreiding na de fusies van de voorbijgaande jaren (met de coöperaties van het Waasland en Turnhout) ook zichtbaar te maken in de maatschappelijke benaming. KV kon de daaropvolgende jaren nog profiteren van een gunstige algemene conjunctuur maar kreeg vanaf de jaren 1970 te kampen met financiële moeilijkheden. In oktober 1977 sloot de industriële bakkerij en liet men het brood leveren door Vooruit Mechelen-De Proletaar, waarmee men al enkele jaren samenwerkte op het vlak van de groente- en fruitdistributie. In 1978-1979 ontving KV ruim 55 miljoen fr. staatssteun, waarmee ze een drastische herstructurering diende door te voeren. De ristorno werd afgeschaft (behalve in de sectoren apotheken en optieken), personeel vloeide af (van 417 in 1975 naar 235 in 1979) en de verkoopspunten moesten worden teruggebracht tot een rendabel aantal. Deze saneringsinspanningen ten spijt diende men vanaf 1 november 1980 alle commerciële activiteiten stop te zetten. Op 13 juni 1981 werd KV ontbonden met het oog op een opslorping door de Algemene Coöperatieve Vennootschap-Coop België, die voortaan het beheer over de immobiliën van KV kreeg toegewezen.De eerste schenking betrof voornamelijk notulen en boekhoudkundige stukken, met de nadruk op de periode vóór 1930. De inventaris maakte geen onderscheid tussen de diverse archiefvormers en verwees ook niet naar stukken die niet op het archiefdepartement berustten of die zich nog op externe locaties bevonden. Een tweede schenking was zowel inhoudelijk als qua datering (vooral de periode na 1930) een mooie aanvulling en werd samen met de vroegere schenking uit 1983 ontsloten. De inventaris verwijst verder nog naar 70 archiefbescheiden die op het departement Beeld en Geluid en op de zetel van de ACV-Coop België worden bewaard.De basis van het fonds kwam kort na de ontbinding van KVA in 1983 op Amsab terecht en werd snel aan de hand van een plaatsingslijst ontsloten. In 2000 werd een aanvulling van het fonds aangetroffen in het archief van de ACV-Coop België, die KVA in 1982 had opgeslorpt en bijgevolg ook het resterende archiefbeheer had overgenomen. Het archief bevat voornamelijk notulen en boekhoudkundige stukken. De inventaris bevat verder nog vijf kleine gedeponeerde archieven: het archief van de sm La Sociale te Antwerpen (1896-1902), de sm De Volkswil te Turnhout (1908-1941), de sm Arbeiderscoöperatie van ’t Waasland-De Toekomst te Sint-Niklaas (1909-1962), de sm Ons Huis van Wilrijck (1925-1930) en de sm Kavebrood Antwerpen (1932-1936). Het archief van de sm Koöperatief Verbond voor Antwerpen, Turnhout en het Waasland en haar historische rechtsvoorgangers loopt van 1888 tot 1983. Series: SM Coöperatief Verbond Antwerpen, Turnhout, Waasland"
Published:1888-1983
Physical Description:3,41 strekkende meter