353.130: Stukken betreffende het rendement van het waterzuiveringstation in Brasschaat

"Collection: Galle Marc (Minister van het Vlaams Gewest en van de Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Minister van Binnenlandse Aangelegenheden); Biografie: Marc Galle is op 11 september 1930 geboren in Denderleeuw. Na zijn studie Germaanse filologie aan de Rijksuniversiteit Gent gaf hij les in divers...

Full description

Bibliographic Details
Main Author: Galle, Marc
Institution:Amsab-Institute of Social History
Format: TEXT
Published: 1979-1979
Online Access:https://hdl.handle.net/10796/9F3BF3F5-15D8-4D7F-B80F-E055A8B17CEA
Description
Summary:"Collection: Galle Marc (Minister van het Vlaams Gewest en van de Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Minister van Binnenlandse Aangelegenheden); Biografie: Marc Galle is op 11 september 1930 geboren in Denderleeuw. Na zijn studie Germaanse filologie aan de Rijksuniversiteit Gent gaf hij les in diverse (hoge)scholen, doctoreerde hij aan de universiteit van Brussel en verzorgde hij de radiorubriek ‘Taalwenken’ bij de openbare omroep. Afkomstig uit een socialistisch milieu trad hij in 1955 toe tot de BSP, waar hij zich profileerde als strijdbaar flamingant. Namens de partij zetelde hij van 1964 tot 1977 in de Vaste Commissie voor Taaltoezicht. Op de lijst van de Rode Leeuwen voor de parlementsverkiezingen van 31 maart 1968 fungeerde hij als lijstduwer voor de Kamer. De daaruit voortvloeiende Vlaamse BSP-federatie van Brussel hield vast aan het nationaal programma van de BSP, aangevuld met de visie op het statuut van Brussel zoals door Galle verdedigd op het eerste congres van de Vlaamse BSP-federaties in Klemskerke (oktober 1967). In 1977 slaagde Galle erin een politiek mandaat te verwerven, als volksvertegenwoordiger voor Aalst. Hij werd meteen secretaris van de Cultuurraad van de Nederlandse Cultuurgemeenschap. Op 3 april 1979 trad hij vervolgens toe tot de regering Martens I, als minister van Vlaamse Zaken. Die titulatuur veranderde echter snel in minister van het Vlaamse Gewest. Hij was bevoegd voor de vaste afvalstoffen, de natuurbescherming (inclusief het natuurbehoud en het gewestelijk beleid inzake leefmilieu), de gewestelijke economische expansie met betrekking tot het openbaar industrieel initiatief en de gewestelijke planning, het waterbeleid (inclusief de waterzuivering en de rioleringen), de vis- en vogelvangst en jacht en bossen, de organisatie van de ondergeschikte besturen (de voogdij, de intercommunales, het gemeentefonds), de gesubsidieerde werken, en de gewestelijke aspecten van het vervoerbeleid en van de buitenlandse handel. In de regering Martens II (23 januari tot 9 april 1980) behield hij deze portefeuille, waarbij hij ten volle van zijn bevoegdheden gebruik maakte. De snelle opeenvolging van regeringen in die periode leverde Galle in de regering Martens III (18 mei tot 7 oktober 1980) een nieuwe titulatuur op: minister van de Vlaamse Gemeenschap. Aan zijn bevoegdheden veranderde er echter weinig. Die lijn werd doorgetrokken in de regeringen Martens IV (22 oktober 1980 tot 31 maart 1981) en Eyskens (6 april tot 29 september 1981). Ten gevolge van de staatshervorming van 1980 (bijzondere wet van 8 augustus 1980) bleef het systeem van deelregeringen, in voege sinds 3 april 1979, in gebruik tot de eerstvolgende verkiezingen van Kamer en Senaat. Daarbij volgde Gaston Geens vanaf 22 oktober 1980 Rika De Backer-Van Ocken op als voorzitter van de Vlaamse deelregering. Met de parlementsverkiezingen van 12 oktober 1981 werden de kaarten herschud. Op het niveau van de Gewesten en Gemeenschappen werden voortaan executieven gevormd buiten de nationale regering, maar wel nog proportioneel samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende partijen. Op die manier trad Galle op 22 december 1981 toe tot de eerste Vlaamse Executieve van Geens, en dit als Gemeenschapsminister van Ondergeschikte Besturen en Gesubsidieerde Werken, hetgeen later werd gewijzigd in Gemeenschapsminister van Binnenlandse Aangelegenheden. Ook al werden de beslissingen van de executieven volgens de wet collegiaal genomen, de facto vormden de christen-democraten en de liberalen zoals in de nationale regering de meerderheid. Vanaf 1985 hoefde het proportionaliteitsbeginsel niet meer te worden toegepast bij de samenstelling van de executieven. Vier jaar nadat ze al uit de nationale regering waren verdwenen, verloren de Vlaamse socialisten ook hun plaats in de Vlaamse regering. Galle bleef wel zetelen als volksvertegenwoordiger en lid van de Vlaamse Raad, en vertrok in 1989 naar het Europees Parlement. Level of description: File; Series: 353.A.5: Eigen bevoegdheden"
Published:1979
Physical Description:1 omslag