145: Archief van Herman J. Claeys

"Collection: Claeys Herman J; Archiefgeschiedenis: Het vrij bewogen leven van Herman J. Claeys weerspiegelt zich in de geschiedenis van zijn archief. Het heeft eigenlijk niet veel gescheeld of het was definitief verloren gegaan. In de loop der jaren zijn er soms vrij substantiële delen uit verd...

Full description

Bibliographic Details
Main Author: Claeys, Herman J.
Institution:Amsab-Institute of Social History
Format: TEXT
Published: 1963-1990
Online Access:https://hdl.handle.net/10796/F35FEF4E-1BB6-4862-A8C3-CE43E3388C56
Description
Summary:"Collection: Claeys Herman J; Archiefgeschiedenis: Het vrij bewogen leven van Herman J. Claeys weerspiegelt zich in de geschiedenis van zijn archief. Het heeft eigenlijk niet veel gescheeld of het was definitief verloren gegaan. In de loop der jaren zijn er soms vrij substantiële delen uit verdwenen door beslaglegging, openbare verkoop of verhuizingen. Toen de vzw Free Press ophield te bestaan, wist Claeys niet meer wat te doen met zijn toch nog omvangrijke archief. Het is dan terecht gekomen in een bouwvallig pand in de Brusselse binnenstad. Claeys had aanvankelijk de bedoeling om zijn archief zelf te klasseren, maar daartoe ontbraken hem de materiële middelen. Ondertussen was hij verhuisd naar Antwerpen, terwijl zijn archief in Brussel achterbleef. Daar viel het ten prooi aan krakers die er de meeste boeken, langspeelplaten en brochures uit gestolen hebben.Biografie: Claeys (°1935) is afkomstig uit een Brugse flamingantische familie. Als licentiaat in de Germaanse talen is er in het onderwijs een loopbaan voor hem open, maar zijn aspiraties reiken verder: in 1964 verschijnt zijn eerste dichtbundel Als zovele schelpdieren. Claeys laat voor het eerst over zich spreken in 1965 met zijn essay Janisme, dat als nawoord gepubliceerd wordt in Julien Weverberghs ruchtbaar boek Een dag als alle andere. Meteen is hij gelanceerd als één van de “Galge-schrijvers”. Consequent met zijn kritiek op het rigide onderwijssysteem zegt Claeys het leraarschap vaarwel om een bestaan te beginnen als schrijver en publicist. Bewust laat hij alles achter zich wat zijn persoonlijke ontwikkeling belemmert: de school, het huwelijk en zijn familie. In Brussel werpt hij zich op als één van de kopstukken van de revolterende literair artistieke avant-garde. De roep van de Amsterdamse provo’s wordt gehoord en op 1 april 1966 lanceert Herman J. Claeys het eerste Belgische provo blad: Revo. Krea, de International Organisation in Aid of Young Creative Artists, gelegen in de Gootstraat, groeit uit tot het hoofdkwartier van de Brusselse provo’s. Claeys woont er in een commune. Het Brouckèreplein te Brussel wordt het toneel van de eerste ludieke happenings. Alles moet eraan geloven: het koningshuis, het leger, de kerk, de consumptiemaatschappij, Vietnam... Het repressieapparaat reageert zoals verwacht : de beslagleggingen en arrestaties volgen mekaar op. De in de kelderverdieping van Krea gevestigde H-Club wordt gesloten. Ook op literair vlak bevestigt Herman J. Claeys zijn reputatie van “angry young man”. Samen met Julien Weverbergh en Herwig Leus maakt hij deel uit van de redactie van het polemische tijdschrift Mep, de voorganger van Bok en Totems. Zijn optreden tijdens de poëziemanifestatie van 1966 in het Paleis voor Schone Kunsten verwekt enige opschudding. Datzelfde jaar verschijnt ook zijn interviewboek over literatuur en engagement : Wat is links ? Wanneer het literaire tijdschrift Daele zijn stuk “De Penisgroet” opneemt in 1967, wordt het prompt aangeslagen. Claeys’ maatschappijkritische ingesteldheid openbaart zich ten volle in zijn romans Het Geluid (1968) en Steen (1969). Zijn voornaamste literaire kompanen uit die periode zijn Jan Emiel Daele, Daniël Robberechts, Marcel Van Maele, en Lucienne Stassaert. De literaire “underground” floreert. In 1968, bij de bezetting van het Paleis voor Schone Kunsten, is H.J. Claeys één van de animators van de protest read-in. In die periode leeft hij van occasionele jobs, zoals vertaalwerk, gedurende enige tijd is hij ook vertegenwoordiger bij de uitgeverij Manteau. De actie van provo is een kort leven beschoren, maar de “Brussels Free Press”groep, die zich inzet voor de verspreiding van allerhande underground bladen, weet zijn activiteiten voort te zetten. Onder impuls van H.J. Claeys gaat in juli 1969 de Free Press Bookshop open in de Spoormakersstraat nr. 18. Er is tevens een alternatief documentatiecentrum en een bescheiden drukkerij gevestigd. De Free Press Bookshop is de meest bizarre en tegendraadse boekhandel die Brussel ooit gezien heeft. Het hele gamma van de underground pers en een bont allegaartje van linkse, alternatieve geschriften liggen er uitgestald. Men kan er alle auteurs vinden die de tegencultuur gestalte geven. Ook psychedelische posters, peace-stickers en de bootleg Lp’s van de Rolling Stones, Bob Dylan of Leonard Cohen zijn er te koop. De behoefte aan een ruimer trefcentrum laat zich voelen. Zo wordt in juli 1970 aan de Kaasmarkt De Dolle Mol opgericht als “subculturele kroeg en pop-kelder”. Linkse progressieven, hippe jongeren, kunstenaars en schrijvers bepalen het imago van de bruine kroeg. Jeroen Brouwers is er een trouwe klant. Regelmatig hebben er debatten, tentoonstellingen, projecties, kleinkunst- of poëzieavonden plaats. De vrijmoedige sfeer waarin één en ander zich afspeelt, zint de autoriteiten niet en de politionele repressie slaat onverbiddelijk toe. Omwille van druggebruik moet De Dolle Mol enige tijd sluiten. Klanten mogen er enkel in na ondertekening van een verklaring geen drugs te zullen gebruiken. Eind 1972 wijkt De Dolle Mol uit naar een nieuw onderkomen in de Spoormakersstraat nr. 52. De Free Press Bookshop ontsnapt evenmin aan de repressie. De gerechtelijke diensten vallen er om de haverklap binnen en slaan de werken met vermeende pornografische of subversieve inslag systematisch aan. Het “Rode Boekje voor Scholieren” is in die periode verboden lectuur. Begin 1971 wordt Herman J. Claeys veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf, waarvan 3 voorwaardelijk en een boete van 30.000 fr. Claeys’ onverzettelijkheid maakt hem tot symbool van het vrijgevochten woord. Mede door de aanslepende gerechtelijke problemen komt de Free Press Bookshop in geldnood en gaat in 1974 failliet. De Free Press Bookshop sluit zijn deuren, maar herleeft met de oprichting van de vzw Free Press, gevestigd op de bovenverdieping van De Dolle Mol. De hoofdactiviteit van Free Press wordt het verstrekken van informatie over de politieke, sociale en culturele stromingen in de marge. De boekenstand van de organisatie staat op de talrijke alternatieve boekenbeurzen, volksfeesten en manifestaties die Vlaanderen in die periode rijk is. Gedurende enige tijd toert H.J. Claeys zelfs met een bus rond om zijn materiaal aan de man te brengen. De Free Press-werking en het caféleven hebben wel hun weerslag op Claeys’ literaire productie. Hij blijft nog poëzie schrijven, maar drijft steeds verder af naar de periferie van het literair gebeuren. De in de jaren 1960 opgewekte verwachtingen heeft hij niet kunnen waarmaken. In de jaren 1980 versmalt de basis waarop de vzw draait. De publieke interesse taant en er doen zich interne strubbelingen voor. Herman J. Claeys komt alleen te staan. In 1987 gaat de vzw Free Press failliet. De Dolle Mol wordt naderhand overgenomen door de Stichting Kunstbevordering vzw, en trouw aan de oorspronkelijke geest zet deze de werking voort.Verhuizingen, inbeslagnames of openbare verkoop deden vrij substantiële onderdelen verdwijnen. Herman J. Claeys wilde het nog indrukwekkende restant zelf klasseren, maar dat is niet gelukt. Op de laatste stapelplaats viel het archief bovendien ten prooi aan krakers die de meeste boeken en LP's te gelde maakten. In 1991 kon de hopeloos verwarde berg papier in extremis naar AMSAB overgebracht worden. H.J. Claeys was graag bereid zijn archief aan het toenmalige AMSAB af te staan. Het pand waarin het zich bevond is ondertussen afgebroken. Na ordening en beschrijving blijkt het archief een vrij goed beeld te geven van de uiteenlopende activiteiten en interesses van de archiefvormer. Het eerste deel brengt zijn persoonlijk en literair archief samen. Uit de provo-periode is weinig materiaal aanwezig. Een tweede stuk bevat archiefmateriaal van de Free Press Bookshop en de vzw Free Press met briefwisseling, administratieve stukken en onder andere het volledige dossier van een censuurproces. Het derde deel heeft betrekking op de werking van de Dolle Mol met het accent op administratieve en boekhoudkundige stukken. Als laatste gedeelte is er een uitgebreide reeks documentatiemappen over een waaier van onderwerpen zoals bevrijdingsbewegingen, alternatieve levenswijzen, kunst en literatuur, anarchisme, enz. Ondanks de leemtes biedt dit archief een schat aan informatie voor het bestuderen van de subcultuur van de voorbije dertig jaar. Level of description: Fonds; Series: Claeys Herman J; FULL TEXT AVAILABLE AT AMSAB-ISH"
Published:1963-1990
Physical Description:4,84 strekkende meter