| Summary: | "Collection: BSP/SP-afdeling Tienen; Biografie: In 1900 werd te Tienen een afdeling van de Belgische Werkliedenpartij opgericht. Pioniers van het Tiense socialisme waren Léon Meysmans, Victor Hessens en Thomas Sué. Niettegenstaande er in Tienen belangrijke industriële activiteiten waren (suikerraffinaderij, metaalwerkhuizen), was de oprichting van een socialistische afdeling geen evidentie. De liberale dominantie bleef er immers tot 1964 behouden. Toch konden de lokale socialisten een organisatie naar Leuvense en Gents model op poten zetten. Dit blijkt uit de oprichting van een filiaal van de Leuvense coöperatieve ‘De Proletaar’, waarvan Victor Hessens gerant was, de oprichting van mutualiteiten en socialistische culturele verenigingen. Op politiek vlak zou de socialistische Werkersbond voor 1918, door het ontbreken van het algemeen stemrecht, nooit echt potten breken. Het is dan ook wachten tot 1921 vooraleer de Tiense socialisten enigszins op het gemeentelijk beleid konden wegen. Het geringe succes van de BWP te Tienen kende zowel interne als externe oorzaken. Vooreerst waren de liberalen er in geslaagd de arbeiders van de suikerfabriek aan hun eigen organisaties – al dan niet met dwang – te binden. Intern kan gewezen worden op het ontbreken van een sterke lokale figuur die heel de socialistische beweging kon dragen. Figuren als Victor Hessens en August Smets zetelden tijdens het interbellum in de kamer maar kenden niet de nodige populariteit om de partij verder uit te bouwen. De Tiense socialisten haalden voornamelijk hun stemmen in de ‘rode’ wijk Avendoren. Niet toevallig lag deze in de nabijheid van het spoorwegstation waarlangs dagelijks honderden arbeiders naar het socialistische Luik pendelden. De lokale partijwerking werd onder andere ondersteund door de oprichting van het maandblad “De Stormklok” en de wekelijkse berichtgeving in “De Volkswil”. Onder impuls van de werkersbond werd in 1907 overgegaan tot de oprichting van een Socialistische Jonge Wacht. De vrouwelijke militanten groepeerden zich als de “Socialistische Vooruitziende Vrouwen”. Na de tweede wereldoorlog werd onmiddellijk overgegaan tot de oprichting van een Tiense afdeling van de Belgische Socialistische Partij (BSP). Onder het voorzitterschap van Willem Placet – die ook de voorzitter was van het illegaal bestuur tijdens de tweede wereldoorlog – zetelden Julien Matthijs, August Smets, Louis Vandermeulen, René Trekels, Frans Bonte, Antoon Begin, Philibert Sué, Edouard Goffin, Edmond Lievens, Thomas Sué, Edmond Maes, Alfons Vanbergen, Henri Debroye en Emiel Knops in 8 november 1944 in het BSP-bestuur. De voornaamste taak die zij op zich namen was het oprichten van lokale BSP-afdelingen in de omliggende gemeenten. Zo kwamen er na de tweede wereldoorlog socialistische kernen te Hoegaarden, Kumtich, Wommersom, Vertrijk, Roosenbeek en Geetsbets tot stand. Op 3 september 1945 werd Thomas Sué als schepen van burgerlijke stand aangesteld. Een mandaat dat hij tot 26 augustus 1946 bleef behouden. Het zou echter tot de gemeenteraadsverkiezingen van 1964 duren vooraleer de liberale meerderheid in de Tiense gemeenteraad kon verbroken worden. In 1964 werd een BSP-CVP-coalitie gevormd onder leiding van Rik (Henri) Boel die burgemeester werd. Daarnaast zou Boel als socialistisch burgemeester het Tiense schepencollege na de gemeenteraadsverkiezingen van 1970 en 1982 leiden Hij bleef dit doen tot 1986 toen de fakkel werd overgenomen door André Boesmans, die burgemeester bleef tot aan de gemeenteraadsverkiezingen van 1994 (1988 coalitie SP/VU/VSD). In 1994 werd Marcel Logist (SP) burgemeester in een coalitie met de CVP. In 2000 vierde de SP-afdeling haar 100-jarig bestaan. Een verjaardag in mineur aangezien de SP bij de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2000 voor het eerst sinds 1964 in de oppositie werd gedrongen (coalitie VLD/CVP). Level of description: Item; Series: 269.00001.00024: Verslagen der vergaderingen."
|
|---|
