Summary: | "Collection: Pandinistisch Verblijvingsfront; Biografie: Wie door de historische kern van Gent wandelt, kan zich moeilijk voorstellen dat er eind van de jaren zeventig, begin van de jaren tachtig wijken waren in het centrum die vandaag het etiket ‘kankerplekken’ zouden krijgen. Het gaat om buurten zoals Prinsenhof en vooral het Patershol. Die laatste wijk was ooit een plek waar de rijke Gentenaars woonden, maar veertig jaar geleden was het een buurt waar vooral arme Gentenaars huisden: bejaarden, werklozen, jonge gezinnen, studenten en allerlei overlevingskunstenaars.
Het Patershol werd gedomineerd door het voormalig klooster van de geschoeide karmelieten. Sommige delen waren in zeer slechte toestand, maar rond één van de twee pandhoven had zich een bewonersgroep ontwikkeld die een typische doorsnede bood van de samenstelling van de bevolking in het Patershol. In het ‘Pand’ was het leven goed, gezellig, goedkoop én populair. Wie er wou komen wonen, kwam op een wachtlijst terecht.
Voor nogal wat politici waren buurten als het Patershol een doorn in het oog, ze droomden van een stad waar de verloederde historische buurten een nieuw elan zouden krijgen. Voor het Pand betekende dit een grondige restauratie waarvoor de bewoners moesten wijken. Vage beloftes over het behoud van de woonfunctie botsten op argwaan: als een buurt door een proces van gentrificatie gaat, zijn de oorspronkelijke, weinig bemiddelde bewoners altijd de pineut.
In 1979 richtten de bewoners het Pandinistisch Verblijvingsfront (PVF) op, naar analogie met het Sandinistisch Bevrijdingsfront uit Nicaragua dat de lokale dictator uiteindelijk had klein gekregen. Het PVF kwam met alternatieve voorstellen, legde contacten met actiegroepen rond stadskernvernieuwing in andere steden, stak zelf de handen uit de mouwen voor onderhoudswerken en probeerde op creatieve wijze de publieke opinie te mobiliseren voor de goede zaak. Een picknick op de Gentse bloemenmarkt, open Panddagen, een eigen radio en krant, kunstenaars die in het Pand werken aanbrachten op de muren…
Maar de ontruiming bleef een concrete dreiging: eind juli 1980 kregen de bewoners een uitwijzingsbevel. In de ochtend van 20 augustus 1980 viel een vijftig man sterke politiemacht het Pand binnen, bruine zeep en kettingen hielden ze niet tegen. Mensen en meubelen werden het Pand uit gesleurd. Die dag volgde een zitstaking op de Korenmarkt, een korte bezetting van de Dienst Monumentenzorg en Stadsarcheologie in de Corduwanierstraat en een betoging van een paar honderd mensen in de binnenstad. De apotheose van de strijd van het Pandinistisch Verblijvingsfront volgde anderhalve week later. Op 31 augustus stapten tussen de 1000 en de 1500 mensen, inclusief leden van de vier politieke fracties binnen de gemeenteraad op in een betoging tegen de hardhandige ontruiming van het pand. Ze eisten het behoud van de woonfunctie zoals ze was en een onmiddellijke aanvang van de herstellingen in dialoog met de bewoners. Veel zoden zetten het protest niet aan de dijk voor de Pandbewoners. Het zou nog vele jaren duren voor een elftal gerestaureerde woningen in de middenvleugel van het eerste en twee pandhof opnieuw voor bewoning klaar waren. Level of description: File; Series: 636: Archief van het Pandinistisch Verblijvingsfront"
|