133.14: Lidmaatschapsbewijzen, strooibiljetten, lijsten, briefwisseling, kasstukken, formulieren, schema betreffende financiële aangelegenheden (o.a. ledenbijdragen, ledenvergoedingen, vermogenslijsten centrales, boekhoudingsplan), UHGA

"Collection: Unie van Hand- en Geestesarbeiders (UHGA); Biografie: De UHGA werd op 22 november 1940 gesticht op initiatief van het Nieuwe BVV en van H. De Man. De volgende organisaties traden toe: Het Belgisch Vakverbond, het Algemeen Christen Vakverbond, De Centrale van Liberale Vakbonden en h...

Full description

Bibliographic Details
Main Author: Unie van Hand- en Geestesarbeiders (UHGA)
Institution:Amsab-Institute of Social History
Format: TEXT
Published: 1940-1943
Online Access:https://hdl.handle.net/10796/EBE0A5BA-69E2-425D-8CC0-6C3A833FB421
Description
Summary:"Collection: Unie van Hand- en Geestesarbeiders (UHGA); Biografie: De UHGA werd op 22 november 1940 gesticht op initiatief van het Nieuwe BVV en van H. De Man. De volgende organisaties traden toe: Het Belgisch Vakverbond, het Algemeen Christen Vakverbond, De Centrale van Liberale Vakbonden en het VNV-syndikaat Arbeidsorde. De oprichting werd vnl. langs socialistische zijde gezien als een compromis: de eenheidsvakbond mocht enkel opgericht worden mits de controle van de bezettende overheid. Deze controle verscherpte steeds meer en culmineerde in de vervanging als voorzitter van de oud BWP-er F.V. Grauls door VNV-er E. Delvo op 28 maart 1942. Vanaf dan werd de Unie openlijk pro-Duits en pro-nationaalsocialistisch. Om deze reden werd deze datum na de oorlog als grens genomen tussen welke Unie-medewerker wel en welke niet schuldig zou bevonden worden aan collaboratie. Niet alleen d.m.v. het al of niet in dienst nemen van personen werd de Duitse controle versterkt, ook de juridische basis van de organisatie werd geleidelijk veranderd zodat de autonomie van de aangesloten centrales steeds kleiner werd en deze uiteindelijk helemaal versmolten met de Unie (beslissend hierin was de oprichting van een vzw in 1941). Het leidinggevend orgaan van de Unie was het Comité der Acht (vanaf E. Delvo het Direktorium) dat samengesteld was uit telkens 2 vertegenwoordigers van elke aangesloten organisatie. Hoofd van dit comitee was F.V. Grauls, in 1942 vervangen door E. Delvo. Algemeen secretaris van Vlaanderen was eerst H. De Ridder, later H.Caprasse. Voor Wallonië was dit P. Garain. Ter versmelting van de centrales der verschillende vakbonden werd per centrale een Fusiecomité opgericht bestaande uit 1 vertegenwoordiger per vakbond. Vanaf 1942 werd door E. Delvo een Coördinatiecomité bijeengeroepen waar alle departements- en adjunctdepartementsleiders zetelden. In elke belangrijke economische regio werd een Interprofessioneel Bureau opgericht. Aan het hoofd stond een secretaris omringd door een consultatieve raad samengesteld uit regionale leiders van syndicale centrales. De taak van dit bureau was administratief. De Unie was aanvankelijk opgedeeld in 5 departementen (tussen haakjes enkel de departementshoofden die in dit fonds frequent voorkomen): Pers (D. De Meyer, Gallez), Propaganda ( A. Bijtebier, Lacroix), Vrije Tijd / Arbeid en Vreugde, Studie- en Documentatiedienst (O. Pauwels, J. De Ridder : vanaf dec. '42), Financies / Administratie (tot febr. '42 : A. Colle, A.Bijtebier). Later kwamen daar Beroepszaken, Maatschappelijk Dienstbetoon en Organisatie bij. Door de besluitwet van 3 aug '44 werd de Unie en haar v.z.w. ontbonden en werd de liquidatie toevertrouwd aan een college van 3 vereffenaars: Willem Van Grootven (ABVV), Josef Villé (ACV) en Louis Hassé (Staat, Voorzitter) Level of description: File; Series: 133: Archief van Unie van Hand- en Geestesarbeiders (UHGA)"
Published:1940-1941, 1943
Physical Description:1 omslag