Summary: | "Collection: Union des Jeunesses Ouvrières (UJO)/ Arbeidersjeugdverbond (AJV); Biografie: In 1928 scheurde de lokale groepen van de Arbeidersjeugd, de socialistische jeugdbeweging, zich af van de Socialistische Jonge Wacht (SJW), die ze te politiserend vond. Ze kozen voor een eigen koepel, het Arbeidersjeugdverbond (AJV) of Union des Jeunesses Ouvrières (UJO), later Arbeidersjeugdcentrale (AJC) en sloten aan bij de overkoepelende Socialistische Jeugdcentrale. De jongeren werden ingedeeld in Jonge Valken (9-12 jaar), Rode Valken (12-16 jaar) en Pioniers (16-21 jaar). Toen het AJV af te rekenen kreeg met de vanuit vakbondshoek opgerichte Syndicale Jeugd werd het werkingsveld herverdeeld, waarbij de Socialistische Arbeidersjeugd Vlaanderen (SAV) in 1937 in Vlaanderen de nieuwe koepel werd. De werking werd nu opgedeeld tussen Valken (Nest-, Jong- en Rode Valken), Pioniers en Jongsocialisten. Het lidmaatschap van De Valken liep meer tot 16 jaar, waarna de keuze moest gemaakt tussen Socialistische Jonge Wacht ‘(SJW), sportvereniging, Socialistische Studenten of Syndicale Jeugd. In 1944-1945 werden deze groepen gebundeld in de Socialistische Jeugd (SJ). Level of description: File; Series: 195: Archief van Union des Jeunesses Ouvrières (UJO) / Arbeidersjeugdverbond (AJV)"
|